De Roos
Vrijdagnacht tien over twaalf. Zittend op een koffertransporteerwagentje wacht ik tot de rolband de loodzware koffer tot mij brengt. Natuurlijk zit mijn koffer weer bij de laatste lading dus drie kwartier nadat de eerste Duitser met zijn koffer en parasol de douane gepasseerd is kan ik eindelijk de dertig kilo bagage van de band naar mijn karretje overhevelen.
Achter de schuifdeuren van de douane wacht mijn liefste, mijn steun en toeverlaat, mijn rots in de branding waar ik altijd op kan vertrouwen. Ze staat daar om door mij in de armen gesloten te worden. Dus is het leuk als ik haar verras. Daarom had ik die middag in een smal steegje van de oude stad van Palma een rode roos gekocht met daarin een paar zilveren oorbellen. Met die roos tussen mijn tanden geklemd loop ik richting de witte schuifdeuren op het vliegveld van het Duitse Keulen.
Zodra de schuifdeuren open gaan zie ik honderden mensen wachten achter hekjes van heuphoogte. Alle ogen zijn op mij gericht, ik sta daar immers met een rode roos tussen mijn tanden geklemd en een enorme glimlach zoekend naar mijn geliefde. Ik kijk links, kijk rechts, kam met mijn ogen de mensenmassa recht voor me nog eens af, kijk nog eens naar links, naar rechts en vind niet wat ik had verwacht, de stralende ogen van mijn vriendin.
De eerste mensen beginnen te gniffelen en zelf begin ik ook door te hebben dat ik een beetje voor Jan met de korte achternaam aan het rondkijken ben. Mijn kaakspieren verslappen en ik merk dat de roos uit mijn mond wil vallen. ‘The Show must go on’ dus loop ik met de borst vooruit door de klaphekjes om hopelijk achter de eerste de beste pilaar mijn vriendin aan te treffen. Als de eerste pilaar gepasseerd is heb ik nog de illusie dat het ook wel de tweede kan zijn, maar na de tiende geef ik de hoop op en ga opzoek naar andere plekken waar ik de douane had kunnen verlaten.
Na de uitgang van de luchtbrug Marroko, Turkije, Pakistan, Polen en Berlijn te hebben gevonden geef ik het op en loop naar buiten om mij daar maar zorgen te gaan maken. Verschillende opties liggen voor handen. Ten eerste was mijn vriendin ziek, dus misschien dat ze het toch niet had gered om naar Keulen te rijden. Maar dan had ze wel gebeld. Tweede optie, ze heeft een ongeluk met de auto gehad. Niet te hopen, maar mogelijk. Derde en meest waarschijnlijke optie is dat de moeder van mijn vriendin auto heeft gereden en weer eens het gaspedaal niet heeft weten te vinden.
Maar na even telefonisch bij de vader getjekt te hebben bleken ze al twee uur eerder weggegaan te zijn. Dus deed ik nog maar een rondje vliegveld tot ik uiteindelijk mijn vriendin met haar benen in de lucht zag liggen met om haar heen ambulancepersoneel. Ze was vlak voor mijn aankomst flauwgevallen en probeerde nu weer een beetje bij te komen. Gelukkig kon ik haar weer een beetje opvrolijken met een roos.
Comment with Facebook
Comment on site