De donkere dagen in Vietnam

Welkom in Vietnam. We starten onze reis in het noorden waar we al snel richting Sapa reizen. Een plek waar de zon zich in de winter niet vaak laat zien.

Via modderige paadjes lopen we langs de bergen.

Hangbruggen behoeden ons van zwempartijen.

De waterbuffel. Een kostbaar bezit voor een Vietnamees gezin en toch mogen de beesten vaak vrij door het dorp rondlopen.

En ik was uiteraard niet bang toen er een achter mij aan liep.

De temperatuur in het berggebied is in de winter niet heel ver boven de nul graden. De verzamelplek in de huizen van de mensen is dan ook een bak met gloeiende kolen om voeten en handen te verwarmen.

Na een nacht bij een familie geslapen te hebben hiken we verder naar een volgend dorp. De weg is zo glibberig dat er hier en daar een voet ver in de modder verdwijnt.

De stammen hier leven voornamelijk van rijstbouw en kleinschalige veehouderij.

Maar ook de toeristen brengen geld in het laatje door zich langs de majesteuse uitzichten te laten leiden.

Na een aantal dagen hiken komen we weer terug in het grotere Sapa waar de markt in volle gang is.

Een martkkoopman met rechts in beeld de beroemde durian. Een vrucht die sterk ruikt en excentriek smaakt. Het schijnt zelfs dat elke durian een unieke smaak heeft.

Van Sapa gaan we met de nachttrein richting Hanoi.

Weinig mensen bezitten een auto in Vietnam, maar des te meer mensen hebben een scooter.

Oud en nieuw in Hanoi betekent voor de Vietnamezen dat ze een rondje om het meer in de stad lopen. De bomen zijn versierd met lampionnen in felle kleuren. Suikerspinnen en andere lekkernijen worden aan de man gebracht.

Halong Bay. Deze baai is wereldberoemd omdat deze is opgenomen in de zeven natuurlijke wereldwonderen. Met de boot verken je de verschillende eilanden en rotspartijen die niet ver van de kust afliggen.

Grotten zoals deze maken de baai een toeristische trekpleister die miljoenen bezoekers per jaar schijnt te trekken.

Het behelst weinig actie, maar met een beetje fantasie maak je de baai zelf spannend en uitdagend.

Vietnam heeft genoeg spanning gekend in het recente verleden. Angstaanjagend is de oorlog die in Vietnam heeft gewoed.

Het oorlogsmuseum brengt met een indrukwekkende fotoserie de slachtoffers in beeld van Agent Orange. Die term staat voor een pesticide die door het Amerikaanse leger in Vietnam werd gebruikt om de bossen te ontbladeren. Echter had dit als neveneffect dat er mensen door omkwamen en er naar schatting een half miljoen kinderen zijn geboren met afwijkingen.

Vietnam ontwikkelt zich vandaag de dag in een razendsnel tempo en leent zich uitstekend voor toerisme. Omdat het land zo groot is heeft het diverse klimaten. In de 12 dagen dat we in het noorden waren zagen we slechts tien minuten zon. Maar daar kwam verandering in door vliegensvlug naar het zonnige zuiden te reizen.

Na meerdere nachten doorgebracht te hebben in bussen en treinen kwamen we aan bij de zandduinen van Mui Ne.

En daar waren de enige druppels die we zagen afkomstig van golven die op de rotsen kapotsloegen.

Ideaal weer om even bij te komen van het vele reizen en een boekje te lezen onder de palmbomen.

Mui Ne is oorspronkelijk een vissersplaats. De ronde bootjes worden door de vissers gebruikt om van en naar hun boot en netten toe te roeien.

De zandduinen van Mui Ne zijn niet de enige trekpleister.

Mui Ne is een winderige plaats en daar had ik niks op tegen.

Jippie.

Ook een bezoek waard in Mui Ne: De Ferry stream. Een waterweg die roodbruin zand langzaam langs groene weiden voert.

De rotsformaties langs deze stroom geven het geheel een extra sprookjeseffect.

En had ik al gezegd dat je er goed kan kitesurfen?

Hoewel we in Vietnam donkere dagen hebben beleefd gaf het zuiden ons een welkom zonnig afscheid.
Zucht wat een ontzettend mooi land. En gaaf om van die mooie foto’s te hebben van jullie reis. Is het zeulen met zo’n groot ding wel waard he?
Pingback: Leave nothing but footprints. Take nothing but pictures. | Stefan van der Kamp | Fotograaf, schrijver en editor