De donkere dagen in Vietnam
In Vietnam reisden we van de donkere dagen in het noorden naar het zonovergoten zuiden. Klik hier om de fotoserie te bekijken.
Waar schildpadden spelen: Sipadan
In de Celebeszee, ten oosten van Borneo, ligt een piepklein eiland genaamd Sipadan. Een ware speeltuin voor schildpadden.
Zwaar maar waard. De beklimming van de Mount Kinabalu.
De beklimming van de Mount Kinabalu is mede mogelijk gemaakt door de locals die dagelijks 30-60 kilo eten en andere waren naar het rustkamp op meer dan 3000 meter te voet vervoeren. Voor ons fotoverhaal van de beklimming klik hier.
Vliegensvlug naar Bali
Na ons duikavontuur op het Thaise eiland Koh Tao is het tijd voor de jungle in Koh Sok. In Koh Sok ligt een natuurpark waar je verschillende hikes kunt doen. Ondanks de zinderende hitte pakken we ons stevig in met een lange broek, degelijke bergschoenen en onze sokken over de broek. Dit alles tegen de bloedzuigers waarvoor we gewaarschuwd waren. Je zou kunnen zeggen dat het geholpen heeft: we zijn niet gebeten. We hebben er echter ook geen gezien. Na Koh Sok laten we Thailand achter ons en vervolgen we onze reis via Georgetown richting Kuala Lumper.
Reizen over land in Thailand is een belevenis op zich. De mensen die je vervoeren praten geen tot gebrekkig Engels en diegene bij wie we onze kaartjes kochten evenmin. Stickers met de eindbestemming op onze t-shirts vertellen de bestuurders bij overstapplekken waar wij heen moeten. Wijzelf hebben echter geen idee hoe lang het nog duurt, hoe vaak we nog moeten overstappen of hoe ons volgende vervoersmiddel eruit ziet.
Een boot, twee bussen, twee tuktuks en vijf gepimpte minivans verder zijn we in Kuala Lumpur. Om de tijd te doden voor onze vlucht naar Bali zijn we omhoog gegaan bij de Petronas torens. Ooit de hoogste torens ter wereld, maar nu hebben ze in Dubai hoogheidswaan.
Ook leuk in Kuala Lumpur: het vogelpark op loopafstand van het centrum.
Aangekomen op Bali verenigden wij ons met de wereldreizigers Casper & Marieke die net anderhalve maand door Australië hebben getoerd. Marieke en Casper zijn dit jaar getrouwd en zijn meteen gezegend met een zwangerschap. Dus we hielden rekening met onze dikke buik. We begonnen ons verblijf op Bali in Kuta. Een plek die geliefd is bij de Australische vakantiejongeren en dan ook vol is gebouwd met hotels, winkels en discotheken (in 2005 werd in een van de discotheken een aanslag gepleegd door terroristen). Er zijn in Kuta enorm veel toeristendingetjes die je kan doen. Wat te denken van je voeten in een aquarium met visjes steken die de dode huid van je tenen af snoepen.
Het strand van Kuta staat ramvol met locals die surfboards in alle soorten en maten verhuren. Ideaal voor Casper & Stefan om de golfsurfskills bij te werken. Hoge vijf!
Na Kuta gingen we naar Ubud. Dat is het episch centrum van de benen-in-je-nek-crew: de yoga-yogi aanhangers. Je komt ze er tegen in alle levels van zen. Elke banaan die je in Ubud koopt is organisch. In plaats van leren hoe je je benen in je nek kan leggen wilden wij wat van de omgeving zien en huurden we een scooter: het vervoersmiddel op Bali.
We kwam aan bij Gunung Kawi, een Hindu bezienswaardigheid van honderden jaren oud. Er loopt een rivier waar aan weerszijde in de berg gigantische beelden zijn uitgehakt. Het haalt het niet bij Petra in Jordanie, maar toch een knap staaltje werk. Helaas waren de locals drukker met ons beeldjes proberen te verkopen dan uitleg geven over het complex. Nergens stond iets over het complex uitgelegd. Dus dat zul je zelf moeten Googlen.
Verfrissend. Een verse kokosnoot delen.
Ubud is een van de toeristische hotspots, dus om de drukte te ontsnappen moeten we de wandelschoenen aantrekken.
Na een uurtje lopen ontdekken we dat Bali niet alleen bestaat uit drukke straten met een overvloed aan scooters.
Tijd voor een thee.
Tussen de Balinese rijstvelden.
In Ubud is er een Monkey Sanctuary. Wat zoveel betekent als een tempelcomplex met apen die de bezoekers niet ongemoeid laten. Voor we het wisten hing er een aap aan Stefan zijn broek. De aap wilde waarschijnlijk het land ontvluchten want hij hing precies aan de zak waar de paspoorten in zaten. Er waren ook lieve apen. Casper wist deze prachtfoto van een moeder met jong te maken.
Na nog wat de omgeving verkend te hebben..
..was het tijd voor Casper en Marieke om weer naar Nederland te vertrekken. Hun avontuur zat er weer op.
Wij vervolgden onze weg naar het zuiden van Bali. Hier zijn enkele van de beste surfplekken ter wereld. Namen als Ulu Watu en Pedang Pedang klinken net zo heftig als ze zijn op een hoge dag. Lange lijnen breken in secties uiteen over rif voor de kust en het verblijf is minstens zo spectaculair. Gebouwd op kliffen van tientallen meters hoog. Op lage dagen gaat Stefan het water in om te surfen terwijl Mirre geniet van een boekje lezen.
Het verblijf is bij een Indonesische familie thuis met een enorme mangoboom voor de deur. En heerlijk geurende bloemen en planten.
Het is nogal een open woning en de eerste spin, kakkerlak, en dode salamander is inmiddels gespot op het toilet.
Morgen is het over met boekjes lezen in het openluchttoilet. Onze reis gaat verder naar Java.
Buiten adem. Leren duiken op Koh Tao.
Surat Thani is ons vertrekpunt voor de nachtboot naar Koh Tao.
Na een paar uur geslapen te hebben word ik wakker. Ventilators dansen van links naar rechts op anderhalve meter van mijn hoofd. Links naast me ligt een Aziatische man en ik kan niet goed zien of hij zijn ogen nou open of dicht heeft. Rechts ligt Mirre met haar oordoppen in naar de ventilators te staren. Hoewel ik nooit vrijwillig in bootattracties van pretparken ga lig ik nu toch een nacht lang op een dansend schip. De boot gaat op en neer over de golven. We zijn ergens tussen Surat Thani en het Thaise eiland Koh Tao. Een eiland dat bekend staat om het duiken. We hebben gehoord dat er fabelachtig gedoken kan worden en, je bent Nederlander of je bent het niet, het is een van de goedkoopste plekken om een duikdiploma te halen. Dat is een nacht in een eftelingattractie wel waard.
De nachtboot van Surat Thani naar Ko Thao. Iedere passagier krijgt slechts een halve meter bij 1.80 om op te slapen. Gelukkig voor ons was de boot niet vol en hadden we genoeg ruimte om te liggen.
Anders dan deze foto doet vermoeden is de zee bij Ko Thao over het algemeen erg rustig. Ik heb mijn best moeten doen om een golfje te vinden waarmee ik deze foto kon maken.
Nadat ik meerdere albums bewust heb afgeluisterd ben ik blijkbaar toch in slaap gevallen. Als ik wakker word en door de ramen kijk zie ik in de ochtendschemer een dichtbegroeide berg opdoemen. Links daarvan is de haven waar we aanleggen. Half slaapdronken komen Mirre en ik van de boot af en ontmoeten daar iemand die ons naar de duikschool wil brengen. Daar aangekomen hebben we al snel een kamer en vallen we weer in slaap.
Voor onze kamer staat een geestenhuis. Voor veel Thai is het gebruikelijk om offers aan de overledenen te brengen en men doet dit bij dit soort huisjes in de vorm van eten, wierook en bloemen. Het eten wordt meestal door vogels opgegeten.